Deze week ging ik samen met een moeder op bezoek bij een SBO school om te kijken of dit een nieuwe geschikte plek is voor haar kind. Dit gebeurt vaker, alleen in zekere zin was dit een bezoek met een iets andere achtergrond.
Na lang ploeteren met deze leerling op school, onderzoeken, multidisciplinair overleg, verlengde instructies en noem het zo maar op was het ons niet gelukt deze leerling zo te helpen, zodat het effect zou hebben binnen het onderwijs dat we bieden. Deze moeder trok om deze reden aan de bel met de mededeling: ‘Ik denk dat SBO het beste is voor mijn kind.’ Waar we meestal stapje voor stapje heel voorzichtig dit nieuws moeten brengen, om te zorgen dat er bij ouders acceptatie ontstaat, was dat bij deze moeder niet nodig.
Samen met deze moeder bezocht ik daarom een SBO school. Ze kon met liefde vertellen dat het haar pijn deed om haar kind zo te zien worstelen. Dat ze ziet dat haar kind bij ons niet gelukkig is, omdat het werk haar zo frustreert. Een kind wat letterlijk aangeeft: ‘Als mij iets niet lukt, huilt mijn hart’. Moeder gaf in het gesprek ook aan dat haar kind faalangstig is. En dat hier ook begeleiding voor ingezet moet worden.
Tijdens de rondleiding hoor ik deze moeder zeggen: ‘Wat is het hier rustig, de kinderen zitten in kleine groepen en er is overzicht, hier heeft mijn kind echt behoefte aan.’
Met een goed gevoel van moeders kant sluiten we de rondleiding en het gesprek af. Ik loop met haar terug naar school. Ik bespreek met moeder dat ik waardering heb voor het feit hoe ze in deze situatie staat. Ik vertel haar dat veel ouders deze stap heel lastig vinden. Ze vertelt: ‘Veel ouders denken dat als je kind naar het SBO moet, dat het dan dom is. Maar dat is niet zo. Ik weet dat het daar gaat om kleinere klassen, extra begeleiding, veel herhaling en op je eigen niveau in je eigen tempo kunnen leren. Dat heeft niks met dom zijn te maken. Ik wil dat mijn kind gelukkig is, dat is het allerbelangrijkste!’