Geen categorie

Grootste fout

Vandaag ging het in mijn klas niet zoals ik het had gepland. Het was voor mij lastig om de klas aan het werk te krijgen. Er was veel onrust onder de kinderen en ik voelde dat ik geïrriteerd werd. De klas gaf mij niet de kans om de stof uit te leggen en de kinderen praatten door me heen.

Toen ik de les ging stil leggen, schrokken de leerlingen wel. Ze wilden eigenlijk wel werken, maar gaven ook aan dat ze onrustig waren en het moeilijk vonden om stil te zijn. Ze vonden het erg lastig om te benoemen waar de onrust vandaan kwam. Ik besloot met de klas afspraken te maken en het werken ging beter, ook besloten we samen om maar even zelfstandig te gaan werken, in plaats van samen.

Binnenkort start de cito-eindtoets.Om zenuwen en onzekerheid bij de kinderen in mijn klas weg te nemen, bereid ik ze altijd voor door een aantal oude toetsen met ze door te nemen, zodat ze kunnen wennen aan de vraagstelling. Omdat het werken inmiddels weer lekker verliep, besloot ik bij de gezamenlijke bespreking de klas weer even qua gedachten op scherp te zetten.

Expres begon ik met een som waarvan ik weet dat deze gisteren in de les al was besproken. Ik vraag aan een van de kinderen in mijn klas ‘Kan jij mij vertellen hoe ik deze som moet oplossen?’ Vragend kijkt het meisje me aan. ‘Eigenlijk weet ik het niet, het enige wat ik wel weet is dat ik een verhoudingstabel moet gebruiken’. ‘Heel goed’, zeg ik. ‘Wie kan eens verder helpen?’ Een van de jongens uit mijn klas legt de som uit. In een keer goed! ‘Dat doe je heel keurig’, zeg ik. ‘Hoe wist je wat je moest doen?’. ‘Nou juf, dat is heel simpel. Deze som hebben we gisteren met de meester besproken, maar er waren een paar kinderen die toen niet zo goed aan het opletten waren.’ Ik lach. ‘Oké’, zeg ik. ‘Ik ben in ieder geval blij dat je het nu ook aan de rest van de klas hebt uitgelegd.’ ‘Luisteren….’ hoor ik een jongen in de klas zachtjes tegen zichzelf zeggen.

Bij de vraag 101×101 = , zeg ik tegen de klas ‘Even kijken dan doe je eerst 100×100 = 10.000 en dan doe je 101×1 = 101 en dat tellen we bij elkaar op en dus is het antwoord 10.101’. De helft van mijn klas knikt instemmend, de andere helft kijkt me vragend aan. ‘Oké, volgende vraag’ zeg ik. Heel voorzichtig gaat er een vinger omhoog ‘Juf volgens mij is dit hartstikke fout…’ Ik kijk naar de klas. De helft die eerst nog heel instemmend meeging in mijn antwoord, kijkt mij vragend aan. ‘Heel goed!’ zeg ik. ‘Dat klopt, mijn antwoord is hartstikke fout!’. Een jongen schudt met zijn hoofd ‘Jeetje ik kan ook niks van u aannemen’. ‘Precies!’, antwoord ik ‘Neem nooit iets klakkeloos van de juf aan, maar blijf altijd kritisch denken…’ Ik hoor de jongen zuchten en zie hem met zijn hoofd schudden ‘luisteren en kritisch denken…’ herhaalt hij.

Na deze som nogmaals besproken te hebben, ga ik door naar de volgende vraag. Er staat een grafiek afgebeeld, met een scheidingslijn in het midden. Aan de ene kant van de grafiek staat ‘mannen’, aan de andere kant ‘vrouwen’. De vraag is ‘Hoeveel personen van 30 jaar leefden er in 2013 in deze stad?’  Zowel bij de mannen, als bij de vrouwen staat het getal 100.000 aangegeven. Ik geef een andere jongen uit mijn klas een beurt. ‘Weet jij het antwoord?’ vraag ik. ‘Ja! 100.000’, antwoord hij enthousiast. ‘Ik ben blij dat je dat antwoord geeft’, zeg ik. ‘Kijk eens goed naar de vraag…’ Hij kijkt me aan en zegt: ‘Ik snap niet wat u bedoelt juf…’ ‘Moest je het aantal mannen, vrouwen of personen aflezen?’, zeg ik. De jongen zucht. ‘Oh, ik zie het al, dan is het 200.000’. ‘Heel goed!’ zeg ik. ‘Kan je me vertellen wat je hier had moeten doen?’. ‘Ja juf, ik moest begrijpend lezen en niet rekenen…’. De jongen die de vorige som moest oplossen zie ik wederom met zijn hoofd schudden. Ik hoor hem zeggen ‘ Luisteren, kritisch denken, begrijpend lezen…’ Als een soort mantra blijft hij het herhalen.

Aan het einde van de ochtend vraag ik aan de kinderen ‘Schrijf eens voor jezelf op, wat de grootste fout is die je vanmorgen hebt gemaakt.’ Ietwat teleurgesteld kijkt de klas mij aan en tegenstribbelend beginnen ze te pennen. Daarna vraag ik ‘En schrijf nu eens op wat je van deze fout hebt geleerd.’ Weer zie ik de klas pennen, en de jongen die zijn mantra aan het opzeggen was, zie ik langzaamaan lachen. Wanneer we de vragen gaan bespreken, zegt hij trots: ‘Als je niet luistert, mis je informatie van de leerkracht. Je moet altijd kritisch denken en nooit zomaar iets van de juf aannemen en begrijpend lezen is bij rekenen ook belangrijk!’ ‘En goede vragen stellen’, vult een meisje aan, ‘anders ga je het ook niet snappen als je het moeilijk vindt.’

‘Geweldig!’ zeg ik tegen mijn klas. ‘Met deze vier punten gaan we morgen starten en dan kijken we hoe ver we komen.’ Toch leuk dat een ochtend die niet zo fijn begon, zo positief en leerzaam kan eindigen.

‘Ik heb de laatste tijd zoveel geleerd van mijn fouten,
dat ik erover denk om er nog een paar te maken’

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: