Geen categorie

Blunder

Ik ben soms ietwat onhandig in mijn uitspraken. Ik denk iets en ik zeg iets, zonder er eigenlijk bij na te denken.

Elke dag begroet ik bij een van de ingangen van de school de kinderen die binnen komen. Het is onderdeel van de Vreedzame School maar ook leuk om te doen. Ik word vrolijk van alle blije gezichten die de school in lopen. Soms zeg ik wel veertig keer achter elkaar ‘Goedemorgen!’ En als de ouders die de kinderen komen brengen de school weer verlaten, zeg ik vrolijk ‘Fijne dag!’

Afgelopen week zag ik ook alle kinderen uit groep vier binnenlopen. Sommige kinderen komen naar me toe en geven me dan een high-five als ik ze begroet. Een jongetje uit deze klas doet dit standaard elke dag. Als hij of ik het vergeet, loopt hij er speciaal voor terug.

Nu was het zo, dat het jongetje ‘s ochtends samen met een oudere dame binnen kwam lopen. De oudere dame groette mij vriendelijk en ik groette haar terug. Ik dacht: ‘Leuk dat zijn oma hem naar school brengt, dat zie je niet vaak bij ons op school.’

Ik liep naar mijn kantoor, beantwoordde wat mailtjes en ging vervolgens door naar groep zes waar ik een uurtje mocht invallen. Na de rekenles in groep zes te hebben afgerond, ging ik met de klas naar buiten om buiten te spelen. Tijdens mijn pleinwacht zie ik het jongetje lopen die ik in de ochtend met zijn oma binnen zag komen.
Ik loop naar hem toe en zeg: ‘Hé wat leuk, werd jij nou vanmorgen door je oma naar school gebracht?’ Het jongetje kijkt mij een beetje vreemd aan en zegt: ‘Nee hoor, ik werd gewoon gebracht door mama…’ Omdat ik zijn moeder ken, klopt mijn beeld niet meer. Ik zeg: ‘Huh? Maar wie was dan die oude mevrouw met wie jij samen naar binnen liep?’ Het jongetje kijkt me nogmaals raar aan. Ik zie hem denken… ‘Oude mevrouw??’
Dan draait hij zich plots om en kijkt naar achteren, en zegt: ‘Oh nee, oh nee, die mevrouw is niet mijn oma, maar dat is de invaljuf!’ En hij wijst naar de ‘oude dame’.

Ik voel de wereld onder mijn voeten wegzakken en kan mezelf wel voor mijn hoofd slaan. Snel zeg ik tegen het jongetje: ‘We doen net alsof ik dit nooit gezegd heb goed?’ Hij draait zich om en loopt lachend weg. Gelukkig kan hij erom lachen, en ik achteraf ook… Maar jemig wat een BLUNDER. Met het schaamrood op mijn wangen en mijn denkbeeldige staart tussen de benen, besluit ik binnen maar snel een kopje koffie te halen om ‘wakker’ te worden. Laten we hopen, dat dit me nooit meer overkomt.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: