Twee weken geleden was het moment daar; terug voor de klas in groep 8. En dat voelde alsof ik nooit was weggeweest. Groep 8 is een heerlijke groep, vooral deze. De kinderen zitten zo in hun eigen structuur en maniertjes dat zij eigenlijk zichzelf draaien, elkaar corrigeren en mij als leerkracht enorm helpen. Omdat dit allemaal al voor zich spreekt, was het dus tijd om kennis te maken met deze toppers. Ook dit was voor mij niet heel veel nieuws. De helft van deze groep heeft ooit bij mij in groep 5 gezeten en zij kennen mij al door en door. Toch vonden ook zij het tijd om bij te kletsen. En hoe kan dat beter dan door een Q & A.
Ik kreeg de meest uiteenlopende vragen voor mijn kiezen. ‘Juf hoe heeft u uw man leren kennen?’ ‘Hoe heeft hij u ten huwelijk gevraagd?’ ‘Liever knap en dom of lelijk en slim?’ ‘Hoe vond u het om naar de middelbare school te gaan?’ ‘Hoe kwam u erop om juf te worden?’
Zeker die laatste twee vragen waren twee hele goede. Het zette mij weer even aan het denken over waar het allemaal begon. Toen ik naar de middelbare school ging, vond ik dat heel spannend. Ik was elf jaar oud en zat in een niet zo leuke klas op de basisschool en als je uitgaat van het ergste, kon de middelbare alleen maar meevallen. Samen met drie jongens uit de klas ging ik naar een havo/vwo brugklas. Waar er op de basisschool niet zoveel leuke meiden in mijn klas zaten (ik speelde altijd met de jongens uit mijn klas, of met de meisjes uit groep 7), was dat gelukkig op de middelbare wel anders. Al snel maakte ik vriendinnen en vond ik school eigenlijk erg leuk. Ik ging in het tweede en derde jaar naar het Atheneum en ging in het vierde jaar weer terug naar de Havo, door een onvoldoende voor natuurkunde. Omdat ik ook niet zo goed ben in wiskunde maakte dat, dat terug naar de Havo de beste optie was. Met twee vingers in mijn neus deed ik havo vier en vijf. Ik heb werkelijk waar twee jaar bijna niks gedaan en haalde daardoor met hakken over de sloot mijn eindexamen. In havo vier moest ik me voor het eerst gaan oriënteren op een vervolgopleiding en ik wist totaal niet wat ik wilde. Misschien verpleegkunde? Toen ik erachter kwam dat ik dan ook bejaarde mensen moest verschonen, deed dat voor mij de deur dicht. Voeding en diëtetiek misschien? Toen ik naar een open dag ging van deze opleiding, vond ik de mensen zo suf, dat ik me daar niet in wilde mengen. Toen mijn moeder zei dat de pabo misschien wel iets voor mij was, besloot ik twee dingen te doen. Een snuffelstage op mijn oude basisschool en naar de open dag van de Pabo. En dit was een match. Dit is wat ik wilde en ik was op slag verliefd op het vak.
Groep 8 was onder de indruk van dit verhaal. Nu alweer 10 jaar na mijn afstuderen vind ik mijn werk nog steeds heel leuk. Op de school waar ik nu werk heb ik elk jaar weer een nieuwe uitdaging gekregen en mocht ik doorgroeien tot waar ik nu sta.
Afgelopen vrijdag werd er door onderwijsland volop gestaakt. Op zich niet slecht, maar ik denk juist door bovenstaande dat we ook een positieve tegenbeweging kunnen ontwikkelen. Ik staakte daarom niet. Waarom staken en het onderwijs in een negatief daglicht zetten? Voor mij was de pabo en het werken met kinderen een match made in heaven. Werken met kinderen is leuk. Ik denk dat hoe meer mensen deze positieve ervaring opdoen, hoe sneller het lerarentekort is opgelost. Laten we vooral de kinderen niet zonder leerkracht laten zitten en laten we denken aan de toekomst van ons land en onze wereld. Deze ligt in handen van het onderwijs en in handen van al die lieve juffen en meesters die zich elke dag met hart en ziel voor de kinderen inzetten. Ik weet in ieder geval zeker dat ik in het onderwijs blijf, tot ik de wereld heb verbeterd!