Afgelopen donderdag stond ik voor het eerst dit schooljaar voor de klas in de nieuwe groep 8. Mijn collega die normaal de groep draait is sinds dit jaar bovenbouwcoördinator en op de dagen dat zij ambulant is vervang ik groep 8. Het was leuk om even weer voor de klas te staan, maar al snel kwam ik erachter dat dit niet zomaar een klas is.
Groep 8 is een klas met hele creatieve, en op een leuke manier chaotische kinderen. Eigenlijk een klas met tweeëntwintig Marjoleintjes, zowel in jongens als meisjes vorm. Heel leuk, maar daar heb je dus wel je handen vol aan om ze betrokken te houden. Constant stel ik mezelf de vraag of ik bij mezelf in de klas zou willen zitten. Afgelopen donderdag kwam ik er al snel achter dat er meer humor in de les moest zitten, want ik dwarrelde bijna zelf af in mijn eigen les.
Man wat zijn die methodelessen soms suf. Wanneer ik de spellingsles introduceer en begin over ‘t Kofschip x en het voltooid deelwoord wat eindigt op -t, gaat er gelijk een vinger de lucht in. ‘Juf wat is een kof?’ Ik vind het een hele logische vraag. Ik vertel de kinderen dat het een ezelsbruggetje is en geen echt woord. Vragend kijken ze me aan. Ik snap ze wel, want het is allemaal zo ouderwets. Even denk ik na. ‘Wacht ik ga opnieuw beginnen!’, zeg ik tegen de klas. Ik begin opnieuw met mijn instructie. ‘Bij niet veranderende klankwerkwoorden eindigt het voltooid deelwoord op -d, tenzij de eindletter voorkomt in ‘t Sexy Fokschaap…’
De klas begint hard te lachen. ‘Hahahahahah wat is nou weer een sexy fokschaap?!’, wordt er door de klas geroepen. En: ‘Oh mijn god! De juf zei sexy!’ Weer een ander roept keihard: ‘Iellllll!’
Toch begrijpen de kinderen al snel waar ik het over heb en kunnen ze niet wachten om te beginnen met de les. Ter plekke teken ik ‘t Sexy Fokschaap, want de klas mag deze natuurlijk niet vergeten. Ik teken een schaap met rode lippenstift, wimpers, en een rode bikini aan. Al snel gaat er weer een vinger de lucht in: ‘Juf waarom heeft dat schaap een rode BH en een ballenknijper aan?’ Ik moet hard lachen. Ik zeg: ‘Lieve schat, dit is een rode bikini…’ ‘Oohhh’, knikt de leerling en legt zich erbij neer dat het een bikini is.
Even later staat er ook nog een les begrijpend lezen op het programma. De klas zucht heel hard als ik de boeken uitdeel. ‘Pffff, dit is zo’n stomme les. Ik sta een onvoldoende op mijn rapport en wil dat graag zo houden als we deze les maar niet hoeven te doen’, roept een meisje hard door de klas. Ik kijk haar aan en zeg: ‘Kan je eens herhalen wat je net zei?’ Het meisje knikt en herhaalt de zin. Dan vraag ik: ‘Wie is het met haar eens?’ De vingers van alle leerlingen gaan de lucht in. ‘Oké dat vind ik wel erg om te horen van jullie, wat kan ik eraan doen om te zorgen dat jullie de les weer leuk vinden?’ Gelijk gaan er weer vingers de lucht in. ‘Juf, er moet humor in de les zitten…’ Een ander zegt: ‘Het zou fijn zijn als we samen mogen werken…’ Een derde leerling zegt: ‘Juf toen we zo straks te lang aan het kletsen waren zei u dat dit van onze buitenspeeltijd af zou gaan…’ ‘Dat klopt’, zeg ik. ‘Kunnen we die vijf minuten terugverdienen als we heel hard aan het werk gaan?’ Ik vertel de klas dat dit kan, mits ze serieus aan de slag gaan.
De les gaat over de centrale vraag in een tekst. Ik kijk naar de teksten, in de voorbereiding had ik al gezien dat ook dit een hele suffe tekst was. Demonstratief gooi ik het boek dicht en zeg dat de klas even heel goed moet opletten en luisteren. Ik begin te vertellen: ‘Een voltooid deelwoord bij niet veranderende klankwerkwoorden eindigt altijd op een -d, maar er zijn uitzonderingen waarbij het voltooid deelwoord op een -t eindigt. ‘t Sexy Fokschaap kan je daarbij helpen…’ De klas begint weer hard te lachen en onverstoorbaar ga ik verder: ‘Wanneer een woord in de voltooide tijd eindigt op een van de medeklinkers uit ‘t Sexy Fokschaap, eindigt het voltooid deelwoord op een -t. Bijvoorbeeld bij het werkwoord poepen, je hebt dan ik poep, dit eindigt op een p, dit is een letter uit ‘t Sexy Fokschaap, dus schrijf je: ik heb gepoept met een -t.’ ‘Juf waarom legt u dit opnieuw uit? Dit hebben we net al gedaan….’ zegt een van de kinderen uit de klas. ‘Dat klopt!’ zeg ik ‘Maar de vraag die ik nu ga stellen is: Wat is de centrale vraag in dit verhaal?’ Gelijk gaan er een heleboel vingers de lucht in: ‘Ik weet het juf! ‘Hoe gebruik je ‘t Sexy Fokschaap?’ Dat antwoord is natuurlijk helemaal goed! Een ding weet ik zeker, de klas heeft lol gehad en gaan ‘t Sexy Fokschaap nooit meer vergeten!
‘I don’t think outside of the box; I think of what I can do with the box.’
