Geen categorie

De was; een verhaal zonder einde

‘Wat doe jij nou?!’ zeg ik tegen een leerling die ik zijn schoenen zie verwisselen voor het buiten spelen. ‘Juf dit zijn limited editions, die mogen niet vies worden, die wil ik graag netjes houden, dus ik doe oude schoenen aan voor het buitenspelen.’ ‘Ben jij dan ook zo iemand die zijn kast op kleur geordend heeft?’ vraag ik. ‘Nee, mijn moeder wast altijd en ik moet het dan zelf in mijn kast doen, maar mijn kast is super slordig hoor juf!’ Een andere leerling zegt: ’Ja mijn moeder wordt chagrijnig van me, zij wast en vouwt en dan moet ik het in mijn kast doen, maar ik leg altijd alle schone was bovenop. En dan pak ik datgene wat ik aan wil van onder op de stapel. En dan wordt alles slordig!’ Weer een andere leerling zegt: ‘Vroeger had ik iets heel cools. Ik had een basketbal net, wat een soort wasmand was. Daar kon ik dan mijn vieze was in gooien. Nu heb ik die niet meer. Nu hebben we wel een wasmachine met een afstandsbediening. Dat is handig, want als mijn moeder dan de was in de wasmachine doet, kan ik altijd bepalen vanaf mijn kamer wanneer ik hem precies aan ga zetten.’ Een meisje uit mijn klas zegt: ‘Ik onderhandel altijd met mijn zus juf. Mijn moeder laat soms taakjes achter omdat ze pas om 17.00 uur thuis is uit haar werk. Ik en mijn zus moeten dan soms stofzuigen en de wasmachine aan doen. Maar mijn zus heeft een bijbaantje en nooit tijd. Als ik dan thuis de klusjes doe, haalt zij iets lekkers of een cadeautje voor me. Meestal doe ik het dan.’ Een meisje vooraan in de klas steekt haar vinger op: ‘Juf hoe doet u dat dan?’ ‘Nou…’, antwoord ik. ‘Bij ons thuis is het een beetje gek. Mijn wasmachine staat in de schuur. Op zich fijn, want zo neemt hij geen ruimte in beslag in het huis. Maar dat betekent wel, dat wanneer het regent of sneeuwt of heel hard waait, ik met mijn wasmand door de tuin moet om de wasmachine aan te zetten in de schuur. En wat betreft onze kast is het een beetje hetzelfde verhaal als bij jullie. Mijn vriend is heel netjes en ik niet, dus je kan precies zien welk deel van de kast van mij is en welk deel van hem.’ De kinderen lachen. De bel gaat. ‘Lieverds, de pauze is voorbij. We gaan buitenspelen.’ Met een lach op hun gezicht trekken ze hun jas aan en lopen richting het plein. En de jongen? Die loopt trots op zijn oude schoenen naar buiten.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: