Op donderdagavond krijg ik een berichtje binnen op mijn Dream & Create Instagram account: ‘Kijk Juf’. Ik zie een foto van een kat, gevolgd door ‘Ze is aangereden’. ‘We hebben net bloemen bij haar gebracht en hij wordt na het weekend begraven.’ Het is zielig om de foto te zien, een kat (die eruit ziet alsof hij ligt te slapen) met een roos tussen de poten. Ik reageer met ‘Ach wat zielig, heel veel sterkte lieverd. Als je erover wilt praten, ik ben er voor je.’ ‘Juf als ik eraan moet denken moet ik steeds huilen’. Ik reageer: ‘Probeer rustig te blijven, morgen praten we er even over.’
Als het meisje in mijn klas is, zie ik aan haar dat ze ontdaan is. Normaal is het meisje best rebels, en heel stoer, maar haar kat is haar alles. Twee handen op een buik. Alle liefde die ze geeft, geeft ze aan haar kat. En dan opeens valt er een gat… Haar alles is er niet meer.
Ik weet hoe het voelt, vroeger had ik ook een kat toen ik bij mijn ouders woonde. Gekregen toen ik vijf was, en aan ouderdom overleden toen ik 25 was. Mijn kat was degene die er altijd was als ik weer thuis kwam. Hij was er om bij me te zijn als ik verdrietig was, of als ik me niet zo lekker voelde. Mijn kat was er om op de bank mee in slaap te vallen en een film mee te kijken. Ik weet dat dat bij dit meisje ook zo was. Uren kon ze vertellen over haar kat en wekelijks kreeg ik foto’s te zien. Toen mijn kat overleed, was ik er kapot van, je weet dat het kan gebeuren, maar het is erg als een dier zolang bij je is geweest, je er goede herinneringen aan hebt en het er dan opeens niet meer is. Natuurlijk kan je relativeren. Het is ouderdom. Maar je raakt eraan gehecht. Ik snap zo goed wat het meisje voelt.
Samen met het meisje zoek ik naar een oplossing. ‘Juf mijn zus gaat vandaag nog even bij de kat kijken bij de dierenarts.’ Ik vraag aan haar of ze naar huis wil om met haar zus mee te gaan. Dat wil ze in eerste instantie niet. Dan vraag ik haar of ze iets wil doen, een tekening maken, of een steentje wat ze op het graf van de kat kan leggen. Samen met een klasgenootje stuur ik haar naar het parkje om steentjes te zoeken. Ik geef haar verf, zodat ze hiermee aan de slag kan. Ik hoop hiermee dat ze de dood van haar kat kan verwerken, dat ze het een plekje kan geven. Zo is het leven, maar soms is het leven dus ook heel hard en koud. De kat verdiende het niet om aangereden te worden, en het meisje niet om haar ‘alles’ te verliezen. Om 12.00 uur belt ze toch naar huis en vraagt ze om naar huis te gaan om haar kat voor de laatste keer te zien. Het mag. Ik spreek haar zus nog even. Ook haar zus is ontdaan en vertelt dat ze samen veel gehuild hebben. Verlies verwerken is niet loslaten, maar anders leren vasthouden. In de herinneringen, in plaats van in werkelijkheid.